Extra dynamiek en efficiency. Nieuwe zeventraps Audi S tronic-transmissie
Het principe
De zeventraps Audi S tronic bestaat feitelijk uit twee afzonderlijke versnellingsbakken. Beide ‘deeltransmissies’ hebben hun eigen koppeling. De grote koppeling (K1) is er voor de versnellingen 1, 3, 5 en 7 terwijl de kleinere koppeling 2 (K2) de versnellingen 2 ,4, 6 en R (achteruit) bedient. Het werkingsprincipe is eenvoudig: als er in een bepaalde versnelling wordt geaccelereerd, wordt de volgende versnelling (uit de andere deeltransmissie) vast ‘klaargezet’. Zodra de regelelektronica een schakelmoment signaleert, wordt de actieve transmissie ontkoppeld en de andere geactiveerd door de tweede koppeling. Dit duurt slechts enkele honderdsten van seconden, waarbij de aandrijfkracht niet wordt onderbroken. Het schakelen verloopt zo vloeiend, dat de bestuurder er nauwelijks iets van merkt. De quattro-aandrijving verdeelt de kracht van de aandrijfas vervolgens via het zelfsperrende centrale differentieel in twee richtingen. Normaal gaat 60 % van de aandrijfkracht naar de achterwielen en 40% naar de voorwielen. Als de omstandigheden dit vereisen, kan echter maximaal 85% van de aandrijfkracht ‘naar achteren’ gaan of tot 65% naar de vooras.
Hoogste kwaliteit als topprioriteit
Topkwaliteit had ook bij de ontwikkeling van de nieuwe S tronic-transmisie de hoogste prioriteit. Zo zijn alle synchromeshringen bekleed met uitermate duurzaam carbonfiber. De versnellingsbak wordt aangestuurd door de zogenaamde Mechatronicmodule, een compacte, maar krachtige regeleenheid die het mogelijk maakt de schakeltijd te variëren en de daarvoor benodigde kracht bijzonder nauwkeurig te regelen. Beide koppelingen zijn van het type ‘natte plaat’. Ze draaien beide in een eigen oliebad en maken gebruik van afzonderlijke ‘oliehuishoudingen’.
Sportief en economisch – mét historie
De nieuwe S tronic-transmissie leent zich mede door zijn maximale bereik van 9.000 t/min zeer goed voor een sportieve rijstijl. Tegelijkertijd maakt de intelligente elektronica in de automatische modus ook een zuinige rijstijl mogelijk door het toerental in de hoogste versnelling zo veel mogelijk te beperken.
Overigens is het gebruik van een versnellingsbak met dubbele koppeling door Audi niet nieuw: een dergelijke transmissie werd al in 1985 gebruikt in de 476 pk sterke Sport quatrro S1, waarmee Audi destijds actief was in het wereldkampioenschap rally’s. In 2003 was de Audi TT 3.2 V6 de eerste productieauto van Audi die kon worden voorzien van een versnellingsbak met dubbele koppeling.