Audi nog efficiënter tijdens 24 Uur van Le Mans

Voorwielaandrijving, radiaalbanden, schijfremmen, halogeenlampen, turbocompressie en zelfs ruitenwissers werden voor het eerst uitgebreid getest tijdens de 24 Uur van Le Mans. Audi zorgde voor de twee meest recente technische mijlpalen: de combinatie van een turbo en directe brandstofinspuiting (TFSI) bleek tussen 2001 en 2005 onverslaanbaar. In 2006 baarde Audi opzien met de eerste overwinning in Le Mans voor een sportwagen met dieselmotor.

Bij geen enkele andere race staan efficiëntie, duurzaamheid, betrouwbaarheid, vermindering van het brandstofverbruik en de daarmee verbonden reductie van CO2-uitstoot en innovatieve aandrijfconcepten zo in het middelpunt als tijdens de 24 Uur van Le Mans. “Juist daarom is Audi actief bij de sportprototypes”, verklaart Audi-sportdirecteur dr. Wolfgang Ullrich. “Audi staat bekend als producent van zeer efficiënte auto’s. Daarbij komt ons de ervaring uit Le Mans goed van pas.”



Ondanks beperkingen door reglement vermogen gehandhaafd

In 2010 rijdt Audi nog efficiënter in Le Mans: de eerste sportwagen met dieselmotor van de tweede generatie, de Audi R15 TDI, werd na het behalen van de derde plaats in het afgelopen jaar op tal van detailpunten verder verbeterd en nog meer gericht op zuinigheid. Door verschillende maatregelen zijn de ingenieurs van Audi Sport erin geslaagd, het vermogen van de 5,5 liter TDI-motor ondanks de beperkingen door het reglement op het niveau van vorig jaar te handhaven. De aërodynamica van de sportwagen, die nu de aanduiding ‘R15 plus’ draagt, is ook verder verbeterd met het oog op een hogere topsnelheid. De koeling werd ingrijpend gewijzigd en de ergonomie van de cockpit is geoptimaliseerd. De LED-koplampen die bij de Audi R8 sportwagen tot de standaarduitrusting behoren, zorgen bij de Audi R15 TDI van modeljaar 2010 als extra verlichting in de nacht voor een nog beter zicht op het wegdek.



Meer dan 40.000 testkilometers afgelegd

Sinds maart van dit jaar zijn er met de R15 plus meer dan 40.000 testkilometers afgelegd, waarbij niets aan het toeval werd overgelaten. Tot het programma behoorden twee langeduurtests van elk 30 uur, aërodynamicatests in de windtunnel, races op verschillende circuits en op vliegvelden, simulaties op een extra vervuilde baan om het vervuilen van de koelers te testen, twee testraces in de Le Mans Series in Le Castellet en Spa-Francorchamps en een laatste test eind mei in Zuid-Frankrijk, waarbij belangrijke inzichten op het gebied van aërodynamica, afstelling en luchtdruk in de banden werden opgedaan.



Beter voorbereid dan vorig jaar

“Vorig jaar liepen we door ongevallen tijdens onze voorbereiding flinke achterstand op en in Le Mans hadden we het niet echt goed voor elkaar”, zegt dr. Ullrich. “Dit jaar zijn we een stuk beter voorbereid. Dat verandert echter niets aan het feit dat we in Le Mans altijd met zeer sterke tegenstanders te maken hebben en dat er tijdens de 24 uur altijd veel kan gebeuren. Niettemin is ons doel duidelijk: we willen de beker voor de winnaar terug naar Ingolstadt halen.”



Drie rijdersteams met internationale bezetting

Vanaf zaterdag 12 juni om 15.00 uur is deze taak vooral toevertrouwd aan de drie rijdersteams. Aan het stuur van de Audi R15 TDI met het startnummer 7 wisselen de Italiaan Dindo Capello, de Deense Le Mans-recordwinnaar Tom Kristensen en de Schot Allan McNish elkaar af. Dit trio behaalde in 2008 de achtste overwinning voor Audi in Le Mans en werd in 2009 als derde geklasseerd. De auto met nummer 8 is toevertrouwd aan de Zwitser Marcel Fässler, de Duitser André Lotterer en de Fransman Benoît Treluyer, die alledrie nieuw zijn bij Audi. Het rijdersteam van de Audi R15 TDI met startnummer 9 bestaat uit de beide Porsche-fabriekscoureurs Timo B