13
juni
2011
|
00:00
Europe/Amsterdam

Audi behaalt tiende overwinning in 24 Uur Le Mans

De 79e editie van de beroemdste lange-afstandsrace ter wereld was qua spektakel nauwelijks te overtreffen. Al in de eerste acht uur van de race verloor Audi twee van de drie R18 TDI’s door ongevallen. Daarna was alle hoop gevestigd op de resterende Audi met het startnummer 2, die in de kwalificatietraining de pole-position had veroverd. Gedurende 16 uur streden Fässler, Lotterer en Treluyer zonder hulp van andere Audi’s tegen de drie fabrieks-Peugeots, die geen middel onbenut lieten om Audi van de overwinning af te houden. Dat resulteerde in een bijzonder spannende strijd.



Op zondagochtend reden de vier snelste auto’s nog steeds binnen een paar seconden aan de kop van het veld. Vanwege de verschillende strategieën wisselden verschillende auto’s elkaar aan de leiding af. Daarbij konden Fässler, Lotterer en Treluyer profiteren van de voordelen van hun Audi-sportwagen met dieselmotor, die in het eerste jaar waarin er op Le Mans met kleinere motoren werd gereden, de snelste auto in het veld was. Met een snelste rondetijd van 3.25,289 minuten was André Lotterer in de race zelfs sneller dan de beste tijd in de kwalificatie.



Indrukwekkende betrouwbaarheid

Ook de betrouwbaarheid van de nieuwe Audi R18 TDI was indrukwekkend: gedurende de hele race moest er geen enkele ongeplande pitstop gemaakt worden. Het enige kleine incident was een probleem met de tank, waardoor niet de volledige tankinhoud van 65 liter kon worden benut. Daarom moest André Lotterer in de slotfase een voorsprong opbouwen die groot genoeg was om een extra tankstop te kunnen maken. Na de laatste stop had Lotterer een voorsprong van zeven seconden, maar uiteindelijk stuurde hij de Audi met een marge van 13,420 seconden als winnaar over de eindstreep en stelde daarmee de tiende Le Mans-zege voor Audi veilig.



“Dit is een fantastische overwinning voor de Audi-ultra-lichtgewicht-technologie onder extreme omstandigheden”, zei Rupert Stadler, bestuursvoorzitter van Audi AG, die de race vanuit de pits volgde. “Nadat we vorig jaar vooral dankzij betrouwbaarheid en efficiëntie een recordoverwinning hebben behaald, hadden we dit jaar niet alleen de betrouwbaarste, maar ook de snelste auto.”



Veiligheidsvoorzieningen werken uitstekend

Allan McNish en Mike Rockenfeller konden na zware ongevallen in de eerste uren van de race ongedeerd uitstappen. McNish had in de Audi R18 TDI met startnummer 3 net voor het eind van het eerste uur de leiding overgenomen, toen hij bij ‘La Chapelle’ in botsing kwam met een GT-auto. De Audi raakte hard de vangrail en sloeg over de kop. Dankzij de sterke constructie van de uit één stuk gebouwde monocoque  van de Audi hield McNish geen blessures aan de crash over. Na controle in het ziekenhuis keerde hij naar het circuit terug. Rond 23.00 uur crashte ook Mike Rockenfeller in een situatie met een GT-auto. Daarbij raakte zijn Audi R18 TDI met een snelheid van 270 km/u de vangrail. Alle passieve veiligheidsmaatregelen in de Audi functioneerden goed, zodat Rockenfeller op eigen kracht kon uitstappen. Voor de zekerheid bracht hij de nacht in het ziekenhuis door, maar op zondagochtend mocht hij alweer naar huis. “De veiligheidsvoorzieningen bij Audi hebben mij het leven gered”, aldus Rockenfeller. Het commentaar van McNish was soortgelijk: “Ik dank de constructeurs van Audi dat ze een auto ontwikkeld hebben, waar je na zo’n ongeval ongedeerd uit kunt stappen.”



Met de tiende overwinning in 13 jaar heeft Audi opnieuw een hoofdstuk toegevoegd aan het succesverhaal van het merk in Le Mans. Na de eerste overwinning van een TFSI-motor in 2011, de eerste zege met een dieselmotor in 2006 en het succes met de variabele turbinegeometrie VTG in het afgelopen jaar zegevierde Audi opnieuw met innovatieve technologie. “De Audi-ultra-technologie heeft dit weekeinde een extreem zware test doorstaan”, zei Audi-sportdirecteur Dr. Wolfgang Ullrich na afloop van de wedstrijd. “De Audi R18 TDI was dit jaar in Le Mans een klasse apart. Vooral vanwege de twee extreem zware ongevallen was het voor ons emotioneel de zwaarste Le Mans-race tot nu toe. Dat ons team erin is geslaagd om met slechts één auto de concurrentie 16 uur lang achter zich te laten, is bijna ongelooflijk. Dit is iets wat volgens mij alleen maar in Le Mans kan gebeuren. Het nieuws dat Allan McNish en Mike Rockenfeller de ongevallen zo goed hebben doorstaan, is daarbij echter net zo belangrijk als de melding van de tiende overwinning voor Audi.”