30 jaar quattro in Audi Museum Mobile
Een replica van de maanauto uit 1971 in het Audi Museum Mobile in Ingolstadt, dat mag wel een kleine sensatie worden genoemd. De auto, die in bruikleen is gegeven door het Omega-museum, is voorzien van vierwielaandrijving door middel van vier elektrische wielnaafmotoren. Voor de ontdekkingsritten van de astronauten was het van levensbelang dat ze zich overal een weg konden banen.
Een witte Audi ‘oer-quattro’ herinnert aan de première tijdens de Autosalon van Genève. Daar werd ook een Audi quattro in het wit gepresenteerd, de eerste sportieve auto met permanente vierwielaandrijving. Dit concept werd tot dan toe vrijwel uitsluitend voor bedrijfs- en terreinwagens gebruikt. Toen was de quattro nog een uitzondering, tegenwoordig is circa één op de drie nieuw verkochte Audi’s een quattro. Sinds 1980 werden er meer dan drie miljoen Audi’s met quattro-vierwielaandrijving gebouwd.
Eerste optreden rallyversie Audi quattro in Portugal
De rallyversie van de quattro beleefde in oktober 1980 zijn eerste officiële optreden tijdens de Algarve-rally in Portugal. Omdat de auto nog niet aan de eisen voor toelating tot de rallysport voldeed, reed deze quattro buiten mededinging voor de rallykaravaan uit. Vanwege deze tentoonstelling keert de originele auto in bruikleen van de Brit John Hanlon terug naar de plaats waar hij werd gebouwd.
Bij de blik op de historie van de vierwielaandrijving bij Audi mogen de DKW Munga uit 1963 en de door Audi ontwikkelde Volkswagen Iltis uit 1978 niet ontbreken. Beide auto’s stonden aan de basis van de quattro-technologie. Hoe de quattro van de toekomst eruit zou kunnen zien, blijkt uit de ontwerpstudie Audi quattro project uit 2007. Bezoekers van de tentoonstelling in het Audi Museum Mobile krijgen ook de gewaagde visie van Leonardo da Vinci te zien, die immers al in 1485 een voertuig met vier aangedreven wielen tekende. Op de tentoonstelling staat een model van deze gepantserde wagen met vierwielaandrijving.
Spijker pionier met vierwielaangedreven sportwagen
Het Nederlandse merk Spijker, een aantal jaren terug herrezen als Spyker, behoorde met een vierwielaangedreven sportwagen tot de pioniers op dit gebied. Bugatti probeerde in 1931 met een raceauto met aandrijving op alle wielen de kracht van de achtcilinder-compressormotoren op het wegdek te brengen. Het getoonde chassis van een Bugatti T53 uit het museum ‘Cité de l’Automobile’, de Schlumpf-collectie in het Franse Mulhouse, is vermoedelijk het enig overgebleven originele exemplaar. Na de oorlog waren er verschillende pogingen om raceauto’s met vierwielaandrijving in te zetten. In 1947 ontstond de vierwielaangedreven Cisitalia 360, een geniaal ontwerp van Ferdinand Porsche. Ook bij de P99 Climax Formule 1-raceauto van Harry Ferguson uit 1962 zijn alle vier de wielen aangedreven. Het is de enige auto met vierwielaandrijving waarmee ooit een Grand Prix is gewonnen (die overwinning werd behaald door Stirling Moss in de International Gold Cup op Oulton Park in 1961).
De vierwielaangedreven Lotus 63, waarmee in 1969 werd geracet, was nauwelijks succesvol. Deze auto is uitgeleend door de Donington Grand Prix Exhibition. Ook de Jensen Interceptor FF uit 1966 is te zien. Van deze sportcoupé met Ferguson-vierwielaandrijving werden er 320 gebouwd. Deze fraaie auto is in bruikleen ter beschikking gesteld door een Zwitserse verzamelaar.
De tentoonstelling ‘Vier gewinnt – 30 Jahre quattro’ is tot en met 31 juli te zien in het Audi Museum Mobile nabij de fabriek in Ingolstadt. Er vinden dagelijks rondleidingen plaats en er is een apart kinderprogramma met als titel ‘Vier Räder auf dem Mond’.
