24
november
2009
|
00:00
Europe/Amsterdam

20 jaar TDI-technologie

Audi bouwt al ruim dertig jaar dieselmotoren: het eerste (vijfcilinder) dieselmodel van de Audi 100 kwam in 1978 op de markt. Elf jaar later zorgde TDI voor een revolutie op dieselgebied door de combinatie te maken van directe inspuiting, turbotechnologie en elektronisch motormanagement. TDI was (en is) daarmee goed voor hoge prestaties in combinatie met een gunstig verbruik. Dat maakt TDI tot een schoolvoorbeeld van Voorsprong door techniek.


De vader van TDI


Richard Bauder geldt als de vader van de TDI-technologie van Audi. Bauder (ook vandaag nog hoofd van de dieselmotorenontwikkeling bij Audi) zegt daarover: “De ontwikkeling van TDI is mede ingegeven door de energiecrisis in 1973. We hebben alle denkbare concepten onderzocht – er is zelfs een tweetakt-diesel voorbij gekomen. De grote doorbraak kwam met een speciale injector die zorgde voor een ‘zachtere’ verbranding en (dus) een betere akoestiek. Vooral dat laatste was voor personenwagens een zeer belangrijk item.”

De Audi 100 van de derde generatie was de eerste auto die een TDI-motor onder de kap kreeg. De 2.461 cm3 grote vijfcilinder motor was goed voor 88 kW/120 pk en een koppel van 265 Nm. De Audi 100 Avant TDI was daarmee goed voor een top van bijna 200 km/h, een indrukwekkend sprintvermogen en dat alles bij een gemiddeld verbruik van slechts 5,7 l/100 km. Daarmee werd deze auto direct een groot succes. In 1991 introduceerde Audi een 1,9-liter viercilinder TDI-motor, die in de loop der jaren in verschillende vermogensvarianten beschikbaar kwam. De toepassing van variabele turbogeometrie zorgde daarbij voor nog meer kracht.


Nieuwe mijlpalen


Vanaf 1993 bestond het complete dieselgamma van Audi uit TDI-motoren. In 1994 kreeg de vijfcilinder TDI meer kracht en werd hij standaard gekoppeld aan een zesversnellingsbak. Ook werd TDI in 1994 voor het eerst gecombineerd met quattro-vierwielaandrijving; de Audi A6 TDI quattro was met een koppel van 290Nm bij 1900 t/min en  een topsnelheid van 208 km/h goed voor hoge prestaties. In 1997 verscheen de eerste V6 TDI-motor. Deze 2,5-liter grote motor beschikte over vier kleppen per cilinder, met 110 kW/150 pk en 310 Nm als resultaat. Twee jaar later volgde de V8 TDI (3,3-liter 165 kW/224 pk, 480 Nm) voor de Audi A8. In 2000 kregen de viercilinder TDI-motoren een injectiesysteem met pompverstuivertechniek waardoor de efficiency nogmaals toenam. In 2001 maakte de 1.2 TDI de Audi A2 tot de eerste (en tot nu toe enige) vijfdeurs 3-literauto ter wereld.


De voorsprong vastgehouden


Audi bleef de TDI-motor continu ontwikkelen. Het aanbod werd steeds gevarieerder en breder. Bovendien vonden tal van innovaties hun weg naar de TDI-motoren. In 2004 debuteerde bijvoorbeeld de 3.0 TDI met Common Rail-inspuittechnologie met Piëzo-injectoren. Dit systeem zorgt voor een nauwkeuriger inspuiting en dus voor betere prestaties en een gunstiger verbruik Bovendien beperkt het de geluidsproductie aanzienlijk. Inmiddels beschikken alle TDI-modellen van Audi over deze technologie.

Tussen 1989 en nu is het vermogen van TDI-motoren (afgezet tegen de cilinderinhoud) met 100% toegenomen en de trekkracht met 70%. Tegelijkertijd zijn de emissies van schadelijke stoffen met maar liefst 98% teruggebracht.


Sportief


TDI-motoren bewijzen hun kracht niet alleen in productieauto’s, maar ook op het circuit. Audi was de eerste fabrikant die met een TDI-dieselmotor de 24 Uur van Le Mans wist te winnen. Dat gebeurde in 2006 met de Audi R10 TDI, die ook de twee volgende edities van de legendarische race op zijn naam wist te schrijven. Met de opvolger, de Audi R15 met V10 TDI, heeft Audi inmiddels ook grote successen behaald. Ook op de weg bewijst Audi dat TDI-modellen een sportief karakter hebben. De Audi TT Coupé 2.0 TDI quattro bijvoorbeeld is goed voor een top van 226 km/h<