08
juli
2009
|
00:00
Europe/Amsterdam

100 jaar Audi: Audi’s sportiviteit is genetisch bepaald

In de jaren dertig nam Audi’s moederconcern Auto Union de grootste sportieve uitdaging van die tijd aan: deelname aan de heroïsche Grand Prix van Europa. Professor Ferdinand Porsche construeerde in opdracht van Auto Union de legendarische ‘zilveren racewagens’.

Onder andere vanwege hun 12- en zelfs 16-cilindermotoren tilden de Auto Unions type A, B, C en D het algehele niveau van de internationale autosport op tot ongekend hoog niveau. Met aan het stuur virtuoze coureurs - waaronder de vermaarde Italiaan Tazio Nuvolari, bijgenaamd ‘de vliegende Mantovaan - brachten de Auto Unions vooral ook het publiek in extase. Deze tussen 1934 en 1939 actieve, onoverwinnelijke racemachines – alleen al in de eerste vier jaar werden 32 van de 54 races gewonnen - spreken nog altijd tot de verbeelding. Zelfs statisch, zoals in Audi’s historisch zo boeiende museum in Ingolstadt, stralen de ranke zilverkleurige racewagens met hun lichtgewicht aluminium koetswerk, hoge spaakwielen en lange geribde motorkap achter de coureur een technische superioriteit uit.

Ook in handen van gedreven autosportpersoonlijkheden stonden de uit de serieproductie stammende Auto Union-modellen echter hun mannetje. De fraaie Audi 225 Front met een gestroomlijnde coupécarrosserie schitterde in de Duitse 2000 km-rit van 1933.


Bijdrage aan democratisering en emancipatie van de autosport



In de jaren vijftig waren de toenmalige Auto Union DKW’s succesvol in alle

populaire race- en rallycategorieën. Enthousiaste coureurs wonnen hun klasse in de Rallye Monte Carlo,  in verschillende populaire Europese toerwagenraces en - met de speciale elegante DKW Monza coupé – in sportwagenraces op de Nürburgring.

Audi droeg ook zeker een steentje bij aan de democratisering en emancipatie van de autosport. Want niet alleen kregen amateurs steeds meer kansen in Audi’s aan autosportevenementen deel te nemen, ook vrouwen klommen in de auto’s uit Ingolstadt op tot de hoogste podia ter wereld. Zoals de Française Michèle Mouton, die in 1981 en 1982 als eerste vrouw vier rally’s voor het wereldkampioenschap won met de legendarische Audi quattro. Moutons overwinningen droegen bij aan het eerste wereldrallykampioenschap in 1982, een titel die Audi in 1984 prolongeerde. Tussen 1981 en 1986 behaalde de quattro niet minder dan 23 WK rallyoverwinningen.


Acht overwinningen in negen jaar



Audi’s deden met groot succes mee in de meeste nationale en internationale raceklassen, waaronder de hoog gewaardeerde en fel bevochten DTM (Deutsche Tourenwagen Meisterschaft). Maar de kroon op de autosportieve inzet van Audi is het aantal van niet minder dan acht overwinningen tijdens de monsterlijke zware – en technisch slopend  -24 uurraces van Le Mans tussen 2000 en 2008.

Met aanvankelijk de innovatieve directe benzine-injectietechnologie, en vervolgens voorzien van (voor het eerst in de geschiedenis) dieselmotoren bewezen de Audi’s hun voorsprong door techniek in het zwaarste autosportevenement ter wereld.