quattro met ultra-technologie
quattro met ultra-technologie verenigt rijdynamiek met efficiency. Dit is allemaal te danken aan nieuw ontwikkelde componenten met een slimme bedieningsstrategie en een koppelverdeling die onder alle omstandigheden optimaal is. De intelligente aansturing van de vierwielaandrijving werkt anticiperend met behulp van sensoren en een continue analyse van de vergaarde data met betrekking tot de rijstijl, de staat van de weg en het gedrag van de bestuurder. Daarbij staat de quattro vierwielaandrijving altijd paraat. Als er geen kans op tractieverlies is, worden de voordelen van voorwielaandrijving benut. De vierwielaandrijving wordt uitgeschakeld als deze niet nodig is, maar blijft te allen tijde beschikbaar. Dit vermindert het potentiële verschil in brandstofverbruik tussen voorwielaandrijving en permanente vierwielaandrijving aanzienlijk.
Mochten de omstandigheden erom vragen, dan wordt de vierwielaandrijving in drie stappen ingeschakeld: proactief, anticiperend en reactief. Op het proactieve niveau ligt de focus op de data die wordt geleverd door de systemen van de auto. De besturingsunit gebruikt deze data bijvoorbeeld om te berekenen wanneer het binnenste voorwiel grip zal verliezen in een bocht. Dit gebeurt ongeveer 0,5 seconden van tevoren. Als de griplimiet wordt genaderd, wordt de vierwielaandrijving ingeschakeld.
In de anticiperende stand wordt hoofdzakelijk naar de rijstijl van de bestuurder, de status van de stabiliteitsregeling (ESP) en het aanhangerdetectiesysteem gekeken. Bij reactieve inschakeling – wat in de praktijk nauwelijks voorkomt – reageert het systeem op plotselinge veranderingen in het gripniveau. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er plotseling ijs op de weg ligt.
Er wordt continu een optimale vermogensverdeling over de voor- en achterwielen berekend aan de hand van de gegevens van het ESP, de rijomstandigheden en de wensen van de bestuurder. Het koppel kan op deze wijze onder alle omstandigheden optimaal over beide assen worden verdeeld. Voor een maximale efficiency is de aandrijflijn voorzien van twee koppelingen. Als er wordt overgeschakeld op voorwielaandrijving, koppelt de voorste koppeling – een meerplaats koppeling bij de transmissie – de aandrijfas los.
Ook in het achterdifferentieel opent een geïntegreerde koppeling. Quattro met ultra-technologie is leverbaar voor tal van Audi-modellen die over een in lengterichting voorin geplaatste motor beschikken.
